Lerarenopleidingen Science en Wiskunde/Rekenen

Competentieprofiel docent NLT

Elke docent met een eerstegraadsbevoegdheid in een van de vakken aardrijkskunde, biologie, natuurkunde, scheikunde of wiskunde is automatisch ook bevoegd om NLT te geven, mits hij op zijn school opereert als lid van een multidisciplinair NLT-team. Bevoegd betekent echter nog niet automatisch bekwaam, daarom heeft de Stuurgroep Verankering NLT opdracht gegeven dat er een landelijk gedragen competentieprofiel docent NLT komt, dat gebruikt kan worden bij het opleiden en professionaliseren van NLT docenten. In overleg met relevante partijen (opleiders, docenten, NVON, SLO en APS ) is een landelijk gedragen NLT-competentieprofiel ontwikkeld. Dit competentieprofiel vindt u in dit webartikel.

Competentie 1: Interpersoonlijk competent

NLT-specifieke invulling: geen.

“De leraar voorbereidend hoger onderwijs moet ervoor zorgen dat er in de groepen waarmee hij werkt, een prettig leef- en werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar voorbereidend hoger onderwijs en om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken moet de leraar interpersoonlijk competent zijn.

Een leraar die interpersoonlijk competent is, geeft op een goede manier leiding. Zo’n leraar schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer en brengt een open communicatie tot stand.Zo’n leraar bevordert de zelfstandigheid van de leerlingen en zoekt in zijn interactie met leerlingen een goede balans tussen:

  • leiden en begeleiden
  • sturen en volgen
  • confronteren en verzoenen
  • corrigeren en stimuleren”

(SBL, 2004)

Competentie 2: Pedagogisch competent

NLT-specifieke invulling: geen.

“De leraar voorbereidend hoger onderwijs moet de leerlingen helpen een zelfstandig en verantwoordelijk persoon te worden die onder andere een goed beeld heeft van zijn ambities en mogelijkheden. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar voorbereidend hoger onderwijs en om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken moet de leraar pedagogisch competent zijn.
Een leraar voorbereidend hoger onderwijs die pedagogisch competent is, biedt de leerlingen in een veilige leer- en werkomgeving houvast en structuur bij de keuzes die zij moeten maken. Zo’n leraar zorgt ervoor:

  • dat de leerlingen weten dat ze erbij horen, welkom zijn en gewaardeerd worden
  • op een respectvolle manier met elkaar omgaan en uitgedaagd worden om verantwoordelijkheid voor elkaar te nemen
  • initiatieven kunnen nemen en zelfstandig kunnen werken
  • hun affiniteiten en ambities leren ontdekken en op basis hiervan keuzes kunnen maken met betrekking tot hun studie en loopbaan”

(SBL, 2004)

Competentie 3: Vakinhoudelijk en didactisch competent

NLT-specifieke invulling indicatoren docent team
samenstellen schoolcurriculum en onderwijsmateriaal • kent achtergronden en doelstellingen van NLT X
  • beoordeelt bestaand NLT-onderwijsmateriaal kritisch en arrangeert onderwijsmateriaal voor de eigen leerlingen X
  • stelt een schoolcurriculum voor NLT samen   X
  • ontwerpt NLT leerlijnen   X
inhoudelijk bekwaam • is inhoudelijk expert voor een gedeelte van de contextdomeinen C t/m F,de expertise van het totale team dekt het examenprogramma X X
  • geeft leerlingen zicht op de aard en specifieke kenmerken van NLT, zoals vastgelegd in domein B en de NLT-specifieke vaardigheden in domein A van het examenprogramma NLT X
  • zorgt ervoor dat leerlingen natuurwetenschappelijke, wiskundige en technische vaardigheden verwerven en toepassen binnen interdisciplinaire thema’s X
  • heeft inzicht in interdisciplinariteit in onderzoek, beroepspraktijken en vervolgopleidingen X
onderwijsuitvoering • sluit aan bij / maakt gebruik van verschillen in voorkennis en interesse tussen leerlingen X
  • werkt vanuit contextrijk lesmateriaal X
  • biedt begeleiding bij complexe (groeps)opdrachten X
• zet een variëteit aan toets- en beoordelingsvormen in, die recht doet aan het examenprogramma NLT   X

“De leraar voorbereidend hoger onderwijs moet de leerlingen helpen zich de leerinhouden van een bepaald vak(gebied) eigen te maken en vertrouwd te raken met de manier waarop die in het dagelijkse leven en in het werk gebruikt worden. Bovendien moet hij zijn leerlingen introduceren in de kennis, principes, onderzoekswijzen en toepassingen van de wetenschappelijke discipline(s) waaraan het schoolvak gerelateerd is.
Dit is de verantwoordelijkheid van de leraar voorbereidend hoger onderwijs en om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken, moet hij vakinhoudelijk en didactisch competent zijn.
Een leraar die vakinhoudelijk en didactisch competent is, creëert een krachtige leeromgeving, onder andere door het leren in verband te brengen met realistische en voor de leerlingen relevante toepassingen van kennis in beroep, verdere studie en maatschappij. Zo’n leraar:

  • stemt de leerinhouden en ook zijn doen en laten af op de leerlingen en houdt rekening met individuele verschillen
  • bepaalt met de leerling diens (individuele) leertraject
  • motiveert de leerlingen voor hun leer- en werktaken, daagt hen uit om er het beste van te maken en helpt hen om ze met succes af te ronden
  • leert de leerlingen leren en werken, ook van en met elkaar, om daarmee onder andere hun zelfstandigheid te bevorderen”

(SBL, 2004)

Competentie 4: Organisatorisch competent

NLT-specifieke invulling indicatoren docent team
informatie en materiaal • verzamelt landelijk en/of regionaal beschikbare informatie en materialen   X
  • maakt beargumenteerde keuzes uit beschikbare materialen   X
onderwijsorganisatie • organiseert de uitvoering van NLT-onderwijs adequaat X X
  • draagt bij aan de inbedding van het NLT-onderwijs in het complete onderwijsaanbod van school   X

“De leraar voorbereidend hoger onderwijs draagt zorg voor organisatorische zaken die samenhangen met zijn onderwijs en het leerproces van de leerlingen. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar voorbereidend hoger onderwijs en om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken, moet de leraar organisatorisch competent zijn.
De leraar voorbereidend hoger onderwijs die organisatorisch competent is, zorgt ervoor dat de leerlingen een ordelijke en taakgerichte omgeving treffen. Waar het leren zich op verschillende plaatsen afspeelt (bijvoorbeeld op verschillende plaatsen in de school, stages, leerbedrijf, buitenschoolse projecten) zorgt de leraar (eventueel in samenspraak met andere begeleiders) voor afstemming tussen die verschillende plaatsen. Zo’n leraar zorgt er dus voor dat de leerlingen:

  • weten waar ze aan toe zijn en welke ruimte ze hebben voor eigen initiatief
  • weten wat ze moeten (of kunnen) doen, hoe en met welk doel ze dat moeten (of kunnen) doen”

(SBL, 2004)

Competentie 5: Competent in het samenwerken met collega’s

NLT-specifieke invulling indicatoren docent team
samenwerken in een multidisciplinair team • werkt met collega’s en onderwijsondersteuners samen in een multidisciplinair team, waarbij in onderlinge afstemming onderwijs aan leerlingen wordt verzorgd en geëvalueerd X X
  • draagt verantwoordelijkheid voor de kwaliteitszorg van het vak als geheel   X

“De leraar voorbereidend hoger onderwijs moet ervoor zorgen dat zijn werk en dat van zijn collega’s in de school goed op elkaar zijn afgestemd. Hij moet ook bijdragen aan het goed functioneren van de schoolorganisatie.
Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar voorbereidend hoger onderwijs en om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken, moet hij competent zijn in het samenwerken met collega’s (binnen de school).
Een leraar die competent is in het samenwerken met zijn collega’s, levert zijn bijdrage aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat op zijn school, aan goede onderlinge samenwerking en aan een goede schoolorganisatie. Dat wil zeggen dat zo’n leraar:

  • goed met collega’s communiceert en samenwerkt
  • een constructieve bijdrage levert aan vergaderingen en andere vormen van schooloverleg en aan de werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd om de school goed te laten functioneren
  • een bijdrage levert aan de ontwikkeling en verbetering van zijn school”

(SBL, 2004)

Competentie 6: Competent in het samenwerken met de omgeving

NLT-specifieke invulling indicatoren docent team
zicht op bètastudies en beroepen • geeft leerlingen een realistisch beeld van en motiveert ze voor beroepen en vervolgopleidingen waarin bètavakken een rol spelen X
samenwerking met partners buiten school • organiseert buitenschools leren samen met voor NLT relevante partners buiten de school en onderhoudt daartoe contacten met hbo, wo en bedrijven   X

“De leraar voorbereidend hoger onderwijs moet contacten onderhouden de ouders of verzorgers van de leerlingen en met collega’s van instellingen waar zijn school voor het onderwijs en de leerlingenzorg mee samenwerkt. Hij moet er ook voor zorgen dat zijn professionele handelen en dat van anderen buiten de school goed op elkaar afgestemd zijn. Bovendien moet hij eraan meewerken dat de samenwerking van zijn school met die instellingen goed verloopt.
Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar voorbereidend hoger onderwijs en om de verantwoordelijkheid waar te kunnen maken, moet de leraar competent zijn in het samenwerken met de omgeving van de school.
Een leraar die competent is in het samenwerken met de omgeving zorgt voor een goede communicatie en afstemming met ouders of verzorgers van de leerlingen, met instellingen waar de leerling (in het kader van zijn opleiding) mee te maken heeft.
Hij maakt doeltreffend gebruik van het professionele netwerk van de school als het gaat om de de opleiding van de leerling of de zorg voor de leerling. Hij gaat verantwoordelijk en zorgvuldig om met de contacten die hij namens de school onderhoudt met de omgeving van de school.”
(SBL, 2004)

Competentie 7: Competent in reflectie en ontwikkeling

NLT-specifieke invulling indicatoren docent team
actualisering en vernieuwing • toont een leergierige en breed georiënteerde houding en staat open voor nieuwe ideeën X
  • verwerft regelmatig nieuwe (inhoudelijke) kennis en vaardigheden X
  • blijft daarmee zijn/haar NLT-onderwijs vernieuwen X

“De leraar voorbereidend hoger onderwijs moet zich voortdurend verder ontwikkelen en professionaliseren. Dat is zijn verantwoordelijkheid en om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken, moet hij competent zijn in reflectie en ontwikkeling.
Een leraar die competent is in reflectie en ontwikkeling, denkt regelmatig na over zijn beroepsopvattingen en zijn professionele bekwaamheid. Zo’n leraar streeft ernaar zijn beroepsuitoefening bij de tijd te houden en te verbeteren. Zo’n leraar:

  • weet goed wat hij belangrijk vindt in zijn leraarschap en van welke waarden, normen en onderwijskundige opvattingen hij uitgaat
  • heeft een goed beeld van zijn eigen competenties, zijn sterke en zwakke kanten
  • werkt op een planmatige manier aan zijn verdere ontwikkeling
  • stemt zijn eigen ontwikkeling af op het beleid van zijn school en benut de kansen die de school biedt om zich verder te ontwikkelen”

(SBL, 2004)

ELWIeR en Ecent als één STEM